Het lijkt goed te gaan met de kraanvogel in Nederland. De Vogelbescherming telde dit jaar een recordaantal broedpaartjes in ons land. Het zou gaan om 32 broedpaartjes, tien meer dan in 2017. Al jaren groeit het aantal; in 2014 werden er nog acht paren geteld.
Van alle koppels kregen twaalf paren uiteindelijk in totaal twintig jongen. Helaas vlogen van deze kuikens er slecht zeven uit. Dit aantal stelt enigszins teleur, gezien het aantal broedparen, aldus de Vogelbescherming. De droge zomer speelt hierbij een belangrijke rol. Door het droge weer was er minder voedsel voor de jongen en waren de nesten en slaapplaatsen van de dieren gemakkelijkere prooi voor roofdieren.
Kenmerken kraanvogels
De kraanvogel is een grote, grijsachtige vogelsoort met een opvallende tekening. De dieren hebben een zwart-witte kop en nek en een kale, rode vlek achterop de kop. Zo worden de kuikens overigens niet geboren. Deze zijn meestal overwegend bruin van kleur. Het achterlichaam heeft lange, afhangende staartveren. Het meest in het oog springende kenmerk is het formaat van de vogel: met een hoogte van 1,2 meter en een spanwijdte die kan oplopen tot 2,2 meter is het een voor Nederlandse begrippen reusachtige vogelsoort. Vaak worden ze verward met rijgers, maar ze verschillen wel degelijk. Kraanvogels vliegen namelijk met een gestrekte hals, iets wat de reiger niet doet.
Kraanvogels zijn in Nederland dus zeldzaam en komen het meest voor in Drenthe en Friesland. Dit jaar is deze vogelsoort echter voor het eerst broedend in Brabant en Limburg gespot.