Baars (Perca fluviatilis) is een bekende zoetwatervissoort die veel voorkomt in Europa en Noord-Azië. In dit artikel zullen we verschillende aspecten van de baars behandelen.
Algemeen | Uiterlijk | Leefgebied | Dieet | Leefgewoonten | Voortplanting | Vijanden
Algemeen
Wetenschappelijke naam | Perca fluviatilis |
Familie | Percidae |
Uiterlijk | Langwerpig lichaam, groene rug, zilverachtige flanken. Kenmerkende stekel-rugvin en donkere strepen over de flanken. |
Leefgebied | Zoetwatermeren, rivieren en kanalen in Europa en Azië |
Lengte | 15-30 cm – max. 50 cm |
Gewicht | 100-300 gram, maar een volwassen exemplaar kan meer dan 2 kilo wegen |
Kleur | Groenbruin met donkere dwarsbanden |
Dieet | Kleine vis, insecten, kreeftachtigen en wormen |
Leefwijze | Solitair of in kleine groepen, meestal actief bij schemering of ’s nachts |
Voortplanting | Paait tussen maart en mei, legt eieren in plantenvegetatie |
Natuurlijke vijanden | Roofvogels, reigers, snoek, snoekbaars |
Uiterlijk en lichaamsbouw
Baarzen hebben een langwerpig lichaam met een typische vorm van een roofvis: een puntige kop en een grote bek met scherpe tanden. De kleur van de baars is groenachtig tot bronsbruin op de rug en zijflanken, en lichter van kleur op de buik. De flanken hebben meestal het duidelijk zichtbare patroon van donkere, verticale strepen.
Kenmerkend voor de baars zijn de twee rugvinnen, waarvan de voorste vin stekels heeft en de achterste vin zachte stralen. Daarnaast heeft de baars een staartvin en sterk ontwikkelde borstvinnen. De rugvinnen en staartvin zijn meestal bruin of zwart van kleur, terwijl de borstvinnen geel of oranje zijn. De gemiddelde grootte van een volwassen baars is ongeveer 20-30 cm, hoewel er ook baarzen zijn die wel 50 cm lang kunnen worden. Het gewicht van een baars ligt meestal tussen de 100 en 500 gram, maar een volwassen exemplaar kan tot 2,5 kilo wegen.
Leefgebied
Baarzen leven veelal in zoetwatermeren en -rivieren met stilstaand of langzaam stromend water. Ze hebben de voorkeur voor helder water met een bodem van zand of grind en leven voornamelijk op plaatsen met veel begroeiing, rotsen of takken. Hier kunnen ze zich verschuilen voor vijanden en jagen op hun prooi.
De baars is een vissoort die zich zeer goed kan aanpassen aan zijn omgeving. Daardoor kunnen deze vissen in verschillende soorten water prima leven, zolang er maar genoeg voedsel en beschutting is. Het best gedijen ze echter in koude tot gematigde klimaten. Ze zijn meestal te vinden in ondiepere delen van het water, maar kunnen ook in dieper water leven, tot een diepte van soms wel meer dan 20 meter.
Dieet
Baarzen zijn carnivoren, hun dieet bestaat dan ook voornamelijk uit kleine vissen, insecten, wormen en kreeftachtigen. In de zomer eten baarzen vaak meer insecten, terwijl ze in de winter meer afhankelijk zijn van vis en kreeftachtigen. Hun dieet kan ook variëren afhankelijk van hun grootte en de beschikbaarheid van voedsel in hun omgeving.
Ze jagen meestal op prooien die kleiner zijn dan henzelf, maar soms eten ze ook andere soorten baarzen en zelfs hun eigen soortgenoten. Het zijn agressieve rovers en staan bekend om hun snelle reactiesnelheid en hun vermogen om zich te camoufleren in hun omgeving, waardoor ze onopgemerkt kunnen blijven voor hun prooi.
Leefgewoonten
Baarzen zijn solitaire dieren en leven voornamelijk alleen. Ze zijn territoriaal en beschermen hun schuilplaatsen en voedselbronnen agressief tegen andere vissen. Ze zijn vooral bekend om dit agressieve gedrag en kunnen zelfs vissen aanvallen die groter zijn dan zijzelf. Overdag zijn ze vaak minder actief en houden ze zich schuil tussen de waterplanten en stenen, maar ’s nachts worden ze actiever en gaan ze op jacht naar voedsel.
Voortplanting
De baars plant zich voort in de lente en vroege zomer, wanneer de watertemperatuur tussen de 8 en 12 graden ligt. Tijdens het paarseizoen krijgen de mannetjes een feloranje buik, terwijl de vrouwtjes een iets meer gelige tint hebben.
Het paaien gebeurt in ondiep water, bij voorkeur op een hardere ondergrond, zoals grind of zand. Het vrouwtje zet haar eieren af in een netvormige draad van eitjes op waterplanten, boomwortels, takken, stenen of andere aanwezige structuur. De mannetjes bevruchten deze vervolgens door eroverheen te zwemmen en hun hom midden in het nest af te geven. De eitjes zijn kleverig en blijven daardoor aan de ondergrond plakken.
De eitjes worden, anders dan bij andere vissoorten, amper beschermd tegen andere vissen en roofdieren. Opvallend is dat deze andere vissen echter veelal van de eitjes afblijven. Afhankelijk van de watertemperatuur komen de eitjes na ongeveer een tot vier weken uit.
Bron: https://www.sportvisserijnederland.nl/files/kennisdocument-baars_6192.pdf
Natuurlijke vijand
Baarzen hebben verschillende natuurlijke vijanden, waaronder andere roofvissen, watervogels en vissers. Om zichzelf te beschermen hebben baarzen scherpe stekels op hun rugvin en een schubbenpatroon dat helpt om hen te camoufleren.
In het kort is de baars een populaire en veel voorkomende zoetwatervis. Met zijn agressieve gedrag en grote eieren is de baars een belangrijke speler in de voedselketen van veel meren en rivieren.