Het verschil tussen reptielen een amfibieën
Amfibieën en reptielen zijn twee groepen gewervelde dieren die vaak verward worden vanwege hun gelijkenissen. Ze verschillen echter ook aanzienlijke van elkaar, zowel in hun levensstijl als in hun biologische kenmerken. In dit artikel een duidelijke vergelijking tussen beide soorten dieren.
Eigenschappen reptielen | Eigenschappen amfibieen | Vergelijking tussen amfibie en reptiel
Reptielen
Reptielen zijn gewervelde dieren die aanpassingen hebben ontwikkeld om volledig op het land te leven. Een reptiel is bedekt met een (zo goed als) vochtdichte laag van schubben of schilden. Deze bedekken en beschermen het dier. De hoornlaag is daarnaast aanzienlijk dikker dan die van amfibieën. Reptielen leven veelal op het land en hebben net als zoogdieren een longademhaling. De longen bevinden zich in de borst van het dier die hierdoor tijdens de ademhaling uitzet.
Voortplanting
Bij de voortplanting hebben mannetje en vrouwtje direct contact. Na bevruchting worden de bevruchte eieren op land gelegd. De jongen worden gedurende hun tijd in het ei beschermd door de harde schaal van het ei. Wanneer ze naar buiten kruipen hebben ze direct hun uiteindelijke vorm.
Een aantal belangrijke kenmerken van reptielen zijn:
- Huid: Reptielen hebben een schubbenbedekking die hen beschermt tegen uitdroging en roofdieren.
- Levenscyclus: Reptielen leggen hun eieren op het land, vaak in beschutte nesten, en de ontwikkeling vindt vaak plaats in het ei.
- Poten: De meeste reptielen hebben vier poten, hoewel sommige soorten zoals slangen en sommige hagedissen geen poten hebben.
- Lichaamstemperatuur: Ook reptielen zijn koudbloedig en vertrouwen op externe warmtebronnen om hun lichaamstemperatuur te reguleren.
- Ademhaling: Reptielen hebben longen voor ademhaling.
- Voortplanting: Reptielen leggen hun eieren vaak op het land in nesten die bescherming bieden tegen uitdroging.
- Leefomgeving: Reptielen kunnen het best overleven in drogere omgevingen zoals woestijnen en savannes.
- Voortbeweging: Sommige reptielen, zoals slangen, hebben geen poten en bewegen zich voort door te kronkelen en te glijden. Andere reptielen hebben net als amfibieën poten en lopen.
- Hartstructuur: Deze eigenschap zul je natuurlijk niet snel zien, maar is wel belangrijk. Reptielen hebben meestal een hart met vier kamers (twee atria en twee ventrikels), wat de zuurstofopname en circulatie efficiënter maakt.
Amfibie
Amfibieën zijn ook gewervelde dieren, maar hebben zich aanpast aan zowel water- als landomgevingen. Deze soort dieren is vaak een belangrijke indicator voor waterkwaliteit en de gezondheid van de ecosystemen in de leefomgeving.
Ze hebben een veel dunnere huid dan reptielen, die niet bedekt is met schubben. De huid is daarnaast ook niet volledig waterdicht, maar bevat veel klieren die de huid vochtig houden. Om goed vochtig te blijven zijn amfibieën daarom veel in het water te vinden. Ademhaling vindt plaats via longen en door de huid. De verhouding verschilt per soort, sommige salamanders hebben geen longen en ademen uitsluitend via de huid.
Voortplanting
De voortplanting vind plaats zonder direct contact tussen mannetje en vrouwtje. Na bevruchting worden de eitjes in het water gelegd. De eieren van een amfibie hebben in tegenstelling tot die van reptielen geen harde schaal hebben. Uit de eitjes kruipen larven die eerst nog een gedaanteverandering doorstaan alvorens ze hun uiteindelijke vorm zullen krijgen. Een goed voorbeeld is een kikker, waarbij de eiertjes (kikkerdril) in een sloot gelegd worden. Hier komen kikkervisjes uit, die vervolgens uitgroeien tot volwaardige kikkers.
De belangrijkste kenmerken van amfibieën zijn:
- Huid: De huid van amfibieën is vaak dun en vochtig, waardoor ze ademhalen en water kunnen opnemen.
- Levenscyclus: Veel amfibieën hebben een levenscyclus die begint in het water, waar ze eieren leggen en larven ontwikkelen voordat ze het land op gaan.
- Poten: De meeste amfibieën hebben vier poten, hoewel sommige soorten, zoals wormsalamanders, minder of geen poten hebben.
- Lichaamstemperatuur: Ze zijn koudbloedig, wat betekent dat hun lichaamstemperatuur wordt beïnvloed door de omgeving.
- Ademhaling: Amfibieën hebben vaak een huid die goed doorlaatbaar is voor zuurstof, waardoor ze kunnen ademen door zowel de huid als de longen.
- Voortplanting: Amfibieën leggen hun eieren meestal in water of in vochtige omgevingen.
- Leefomgeving: Over het algemeen hebben amfibieën voorkeur voor vochtigere omgevingen, zoals moerassen, vijvers en regenwouden. Reptielen kunnen daarentegen beter overleven in drogere omgevingen zoals woestijnen en savannes.
- Voortbeweging: Amfibieën bewegen zich vaak met behulp van hun poten en kunnen zowel op het land als in het water bewegen. Sommige reptielen, zoals slangen, hebben geen poten en bewegen zich voort door te kronkelen en te glijden.
- Hartstructuur: Amfibieën hebben vaak een hart met drie kamers (twee atria en één ventrikel).
Vergelijking tussen Amfibieën en Reptielen
De belangrijkste eigenschappen van zowel reptielen als amfibieën zijn hieronder nog eens duidelijk naast elkaar gezet:
Kenmerk | Amfibieën | Reptielen |
---|---|---|
Leefomgeving | Voornamelijk water | Voornamelijk land |
Huid | Gladde, dunne huid met veel klieren die het oppervlak vochtig houden | Dikke hoornlaag met vochtdichte laag van schubben of schilden |
Levenscyclus | Larven in water, volwassen op land (ondergaat gedaanteverandering tijdens de ontwikkeling) | Eieren en ontwikkeling op land (geboren met uiteindelijke vorm, wordt alleen groter) |
Poten | Meestal vier | Variabel (meestal vier) |
Lichaamstemperatuur | Koudbloedig | Koudbloedig |
Ademhaling | Via longen en huid; verhouding verschilt per soort | Voornamelijk longen |
Voortplanting | Geen direct contact tussen mannetje en vrouwtje; Zachte eieren, vaak in water/vochtige omgeving gelegd | Direct contact tussen mannetje en vrouwtje; Harde eieren met schaal, meestal op land gelegd, beschermd in nesten |
Voortbeweging | Met poten, op het land en in water | Verschilt, inclusief slangen zonder poten |
Hartstructuur | Vaak drie kamers | Meestal vier kamers |
Ecologische rol | Indicator voor aquatische ecosystemen | Breed scala aan ecologische rollen |