Konijnen en hazen, ze behoren beiden tot de Haasachtigen, maar verschillen wel degelijk van elkaar. Maar waaraan is een haas te herkennen? En hoe verschilt de voortplanting en het opgroeien van deze dieren? In dit artikel worden de belangrijkste verschillen en overeenkomsten besproken. Zo houdt je beiden voortaan goed uit elkaar!
Hazen en konijnen behoren dan wel beiden tot de Haasachtigen, ze stammen echter af van verschillende dierenfamilies. Hazen behoren tot de Europese haas (Lepus europaeus) en sneeuwhaas (Lepus Timidus), het huiskonijn is een afstammeling van de tamme Oryctolagus cuniculus.
Hazen zijn stukken sneller dan konijnen. Ze bewegen zeer atletisch en kunnen in snel tempo vluchten. Het spreekwoord “het hazenpad kiezen” is niet voor niets naar hazen vernoemd!
Uiterlijke verschillen tussen haas en konijn
Qua uiterlijk verschillen hazen van konijnen. Zo is een haas groter dan een konijn en heeft de haas langere oren en grotere voeten. Daarnaast zijn ze sneller dan konijnen. Dankzij hun grote poten kunnen ze sneller een hoge snelheid bereiken. De vacht verschilt eveneens. De vacht van de haas heeft zwarte vlekken. Ook de kleur van de vacht wijkt af: konijnen hebben een bruinkleurige zomervacht en een grijzere vacht in de winter. Bij een haas is de wintervacht witter van kleur, zeker bij hazen die in koudere gebieden voorkomen met sneeuw. De vacht van beide dieren verwisselt tweemaal per jaar: in het voorjaar en het najaar zijn ze in de rui.
Voortplanting en opgroeien
De verschillen tussen hazen en konijnen is ook goed terug te zien in de manier van voortplanten. Gedurende het voortplantingsritueel van hazen achtervolgt de ram de moer soms een paar uur lang, vaak op volle snelheid. Het paringsritueel van konijnen is een stuk relaxter, zij paren zittend.
De dracht bij hazen duurt 42 dagen, waarna de moer twee tot vier jongen werpt. Dit gebeurt in een kleine holte onder struiken of een boom. Bij geboorte zijn de jonge haasjes al volledig behaard. Ook de ogen zijn direct open. Na een paar dagen verlaten de jongen het warme nest al. Vanaf dat moment zijn de jongen voornamelijk op zichzelf aangewezen, al komen ze dagelijks na zonsondergang nog wel even terug naar moederhaas om gezoogd te worden.
Konijnen daarentegen zijn ongeveer 31 dagen drachtig, waarna vier tot maar liefst twaalf jongen geboren worden. Babykonijntjes zijn een stuk minder zelfstandig. Zonder beharing en met oogjes die nog gesloten zijn komen ze ter wereld. Het is dus maar goed dat ze veilig in een ondergrondse nestkamer ter wereld komen! Dit holletje is door de vroedster, het moederkonijn, voorzien van allerlei materialen om er een comfortabele kraamkamer van te maken.
Na negen dagen openen de jongen hun oogjes en ongeveer drie weken na geboorte verlaten de jongen het nest voor de eerste keer.
Levensverwachting
Konijnen leven in groepen. Dit heeft als voordeel dat de dieren elkaar kunnen waarschuwen in geval van naderend gevaar zodat ze kunnen vluchten. Daarnaast beschermen konijnenmoeders, in tegenstelling tot hazenmoeders, hun jongen erg fel. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de levensverwachting van de jongen van een konijn aanzienlijk hoger ligt dan die van hazen!