Katten kunnen last krijgen van suikerziekte, net als mensen. Katten met overgewicht of oudere katten lopen een verhoogd risico op deze ziekte. Gelukkig kan een kat in vrijwel alle gevallen goed leven met diabetes. Wel zijn een aantal maatregelen nodig. In dit artikel aandacht voor het herkennen van de symptomen en behandelen van suikerziekte bij katten.
Suikerziekte bij katten
Voedsel wordt via de spijsvertering en de stofwisseling omgezet in glucose en opgenomen in het bloed. Insuline zorgt ervoor dat deze bloedsuiker als energie kan worden opgenomen door de cellen in het lichaam. Je kat kan diabetes, ofwel suikerziekte, krijgen wanneer het lichaam te weinig insuline aanmaakt (diabetes type 1) en wanneer lichaamscellen slecht op insuline reageren (diabetes type 2). Wanneer dit gebeurt zal het lichaam niet meer in staat zijn de suikers niet meer kunnen transporteren vanuit de bloedbaan naar de weefsels en organen van het dier. Om toch voldoende brandstof voor de spieren te vinden zal aanspraak worden gemaakt op de lichaamsvetten. Gevolg is dat het dier sterk vermagert.
Oorzaken ontstaan van suikerziekte
Suikerziekte kan om verschillende redenen ontstaan. Duidelijk is dat zwaarlijvigheid en weinig beweging de kans op de aandoening sterk vergroot, net als bij de mens. Ook heeft ouderdom een samenhangend verband met het ontstaan van diabetes. Wanneer een kat ouder wordt, werkt de alvleesklier (= de pancreas) minder goed. Dit verhoogt de kans eveneens. Tot slot hebben verschillende medicijnen (vooral hormonen) diabetes als mogelijke bijwerking.
Symptomen
Een kat die suikerziekte ontwikkelt kan last krijgen van verschillende verschijnselen. Vaak is daardoor een verandering in gedrag merkbaar. De meest opvallende symptomen zijn de volgende:
- Plotseling meer drinken
- Plotseling meer plassen
- Vacht wordt doffer
- Kat is lusteloos, traag en zwak
- Kat met overgewicht vermagert plots
- Diarree of braken
Heeft je kat een van deze symptomen, ga dan direct naar de dierenarts. De dierenarts kan een bloedonderzoek uitvoeren om te kijken of het dier een te hoog suikerniveau in het bloed heeft. Is dit het geval, dan kunnen aanvullende tests uitwijzen of het daadwerkelijk om diabetes gaat.
Behandelen: aangepast dieet en insuline prikken bij je kat
Vaak is suikerziekte goed te behandelen met dagelijkse insuline injecties. De naaldjes zijn erg klein en vaak voelt je kat er niets van. Het is heel belangrijk dat de insuline pas gegeven wordt als de kat gegeten heeft. Aanvullend kan een speciaal dieet worden voorgeschreven waar weinig koolhydraten (suikers) in zitten en juist veel eiwitten. Als het dier minder suikers via de voeding binnenkrijgt, hoeft er ook minder insuline toegediend te worden. Soms is een aangepast dieet zelfs voldoende om geen insuline meer toe te hoeven dienen.
En wat denk je van het kattenvoer?
Als een kat alleen op muizen zou moeten leven, zal hij geen diabetes2 krijgen.
Maar kattenvoer dat hoofdzakelijk uit granen met een vlees/vis smaakje bestaat… bevat te veel koolhydraten en dát eet een kat niet in de natuur.
Bij een mens is een normale bloedsuiker rond de 4,5 mmol/l. Voor mensen met diabetes is een waarde tussen de 3,9 en 7 mmol/l perfect. Wat is een goede bloedsuiker voor een kat?
Goede vraag Inge. Bij katten (en honden) wordt een waarde tussen de 4 en 6 mmol/l (millimol per liter) als normaal gezien. Een afwijkende waarde betekent een te laag of te hoog suikergehalte.